
Er zijn verschillende manieren om maatschappelijke verandering teweeg te brengen: je kan als middenveldorganisatie campagnes en activiteiten opzetten die vooral burgers sensibiliseren over bepaald gedrag of bepaalde kwesties. Je kan ook praktijken ontwikkelen die de verandering die je voor ogen hebt zelf in gang zetten. Soms moet je echter gebruikmaken van hefbomen om het beleid zelf te veranderen.
“De politieke of politiserende rol van het middenveld is veelzijdiger en complexer dan enkel beleidsbeïnvloeding.”
De politieke rol van het sociaal-cultureel volwassenenwerk valt echter niet enkel te herleiden tot beleidsbeïnvloeding. De politieke of politiserende rol van het middenveld is namelijk veelzijdiger en complexer dan enkel beleidsbeïnvloeding.
Politiserende rol
Het verschil tussen ‘de politiek’ en ‘het politieke’ helpt om dit onderscheid te duiden. Wanneer we het hebben over ‘de politiek’, gaat het over het bestaande systeem van politieke partijen, het parlement en de regering. De taak van de politiek is om het land goed te besturen binnen het regelgevend kader dat momenteel van kracht is. Binnen deze bestaande orde een politieke rol opnemen, kan gezien worden als beleidsbeïnvloeding: professionals, organisaties of belangengroepen oefenen druk uit om het beleid te veranderen of om bepaalde kwesties op de beleidsagenda te krijgen. Vaak gebeurt dit via de afgesproken en geëigende kanalen door professionals met een specifieke expertise.
“‘Het politieke’ gaat over de wijze waarop wij vorm willen geven aan onze samenleving en is in wezen een fundamenteel gesprek over die samenleving.”
Spreken we over ‘het politieke’, dan overstijgt dit de concrete politiek. ‘Het politieke’ gaat over de wijze waarop wij vorm willen geven aan onze samenleving en is in wezen een fundamenteel gesprek over die samenleving. Spreken over politisering of over je politieke rol gaat dan over het in vraag stellen of zelfs verstoren van de bestaande maatschappelijke orde. Het zijn die processen en momenten waarin mensen zelf het bestaande in vraag beginnen stellen, een andere kijk ontwikkelen en hun stem laten horen. De focus ligt hier onder meer op hoe politiserend te werken met je achterban, mensen opnieuw als politiek wezen te zien en niet slechts als klant van een systeem, de band met de burgers opnieuw aanhalen, zelf alternatieve praktijken opzetten enz. Soms zal hierbij ook voor beleidsbeïnvloeding gekozen worden, maar dat is niet altijd noodzakelijk.
Vorming ‘The art of lobbying’
Sinds 2016 organiseert Socius de vorming ‘The art of lobbying’. Tijdens deze vorming kregen we inzicht in de verschillende fases van lobbywerk en maakten we kennis met tal van hefbomen die je kan gebruiken. Ook heel wat tips and tricks passeerden de revue. Wat volgt is een selectie:
Public Affairs
Het werd snel duidelijk dat lobbyen slechts een deel is van een groter werk, met name ‘Public Affairs’ of PA. PA is de relatie die je als organisatie opbouwt met de overheid en andere belanghebbenden zoals parlementsleden, ambtenaren, je achterban, de media… om zo steun te winnen voor een bepaalde kwestie waarover je het beleid wenst te beïnvloeden. PA moet het enthousiasme van de belanghebbenden aanwakkeren en hun betrokkenheid stimuleren. Het omvat dus veel meer dan alleen het eigenlijke lobbywerk. Het gaat om een samenspel van monitoring, stakeholdersmanagement, lobbywerk en communicatie. En dit alles overgoten met een duidelijke strategie.
Monitoring
Tijdens de vorming besteedden we heel wat aandacht aan monitoring. Monitoring is het verzamelen van informatie over de kwestie waar je verandering in wil brengen. Het gaat om een omgevingsanalyse waarin je bekijkt welke ontwikkelingen en trends van invloed zijn op de kwestie die je wil veranderen. Maar wanneer je wil inzetten op lobbyen, omvat een goede omgevingsanalyse ook een beleidsanalyse, een stakeholdersanalyse en een media-analyse.
Tijdens de vorming stonden we lang stil bij de beleidsanalyse: onder welk beleidsdomein en op welk niveau (lokaal, Vlaams, federaal) bevindt zich de kwestie die je wil aanpakken? Welke beleidsprocessen en relevante beleidsdocumenten moet je in het oog houden en wanneer? In deze situatie is het altijd goed om proactief te werk te gaan. Zo is het interessant om de regeringsverklaring te screenen: komt je kwestie hierin aan bod of niet? Hoe zit het met de State of the Union: wat zijn de prioriteiten voor het jaar dat volgt? Probeer ook zeker invloed uit te oefenen en input te geven voor de beleidsnota en beleidsbrief van de minister die zich met je kwestie bezighoudt. Slaag je erin om stukken uit je dossier in de beleidsbrief te krijgen, dan sta je sterker om te onderhandelen.
De nadruk op dit deel van het lobbyproces opende alvast de ogen van heel wat deelnemers. Beleidsbeïnvloeding staat of valt met de tijd en ruimte die je kan investeren in monitoring en het tijdig beschikken over de juiste informatie. Voor veel professionals is beleidsbeïnvloeding slechts een klein gedeelte van hun takenpakket en is de tijd die zij aan monitoring kunnen besteden echter beperkt.
Stakeholders
De volgende stap in de opbouw van de lobbycampagne is het maken van een stakeholderanalyse. Wie zijn de belangrijkste decisionmakers en actoren die invloed hebben op de beleidsbeïnvloeding die je organisatie voor ogen heeft? Eens je deze spelers in kaart hebt gebracht, stel je hun belang vast en schat je hun invloed op de kwestie in. Tijdens de vorming werd gewerkt met de stakeholdersmatrix van Burson Marsteller: hier wordt de positie (negatief, neutraal of positief) gecombineerd met de mate aan invloed die een stakeholder heeft. Op basis van deze informatie, kijk je waar je als organisatie het meeste impact kan bekomen en stel je prioriteiten op. Wat ga je doen binnen de beschikbare ruimte en het beschikbare budget? Wat zijn de objectieven?
Een slagkrachtige position paper
Vervolgens ga je overtuigende argumenten ontwikkelen en maak je werk van een slagkrachtige position paper. Tijdens de vorming werd de werkvorm ‘message house’ gehanteerd: hier komen verschillende boodschappen samen onder één dak. De koepelboodschap is dezelfde voor alle kernboodschappen. De kernboodschappen zelf kunnen verschillen al naargelang de doelgroep of de specifieke argumenten die op tafel worden gelegd. Kernboodschappen moeten beperkt zijn in aantal en zowel beknopt als helder omschreven worden. Belangrijk is dat het koepelverhaal steeds door alle kernboodschappen wordt ondersteund.
Een ander belangrijk document is het Q&A-document: hierin wordt geanticipeerd op alle mogelijke vragen die door stakeholders kunnen worden gesteld over je kwestie. Het gaat hier zowel om de makkelijke als de moeilijke vragen, om zowel domme als intelligente vragen. De antwoorden die je biedt, moeten kort en krachtig zijn. Het Q&A-document wordt gezien als de bijbel voor al wie in contact komt met stakeholders en het is niet ongewoon dat deze uit het hoofd wordt geleerd.
Het lobbygesprek
Tot slot kregen we heel wat tips en tricks mee over het eigenlijke lobbygesprek. Zorg dat je goed voorbereid bent. Beperk de onderwerpen of de kwesties die je wil behandelen tot maximaal twee, dat geeft je de kans om je inhoudelijk goed voor te bereiden en zorgt ervoor dat het gesprek scherp blijft en een duidelijke richting uitgaat. Bepaal duidelijk wat je wil bereiken en werk met kernboodschappen. Leer deze uit het hoofd. Volg de actualiteit op zodat je kan inspelen op de meest recente ontwikkelingen. En tot slot: ga na wat de ander nodig heeft, of op politiek vlak wil, zodat je daarop kan inspelen.
“Beperk de onderwerpen of de kwesties die je wil behandelen tot maximaal twee, dat geeft je de kans om je inhoudelijk goed voor te bereiden en zorgt ervoor dat het gesprek scherp blijft.”
Voer je een lobbygesprek volgens de regels van de kunst, dan hou je je aan het volgende verloop: je start het gesprek met te bedanken voor de tijd die de persoon voor je neemt. Je stelt jezelf en je organisatie kort voor en vervolgens ga je over tot de reden van je bezoek: wat is het probleem, de kwestie of aanleiding? Eens je de kwestie duidelijk naar voor hebt gebracht, geef je de argumenten van jouw organisatie of achterban en biedt je een duidelijk en werkbaar voorstel. Pas nadat je dit voorstel hebt geformuleerd, bied je je ‘position paper’ aan ter ondersteuning van je verhaal en probeer je tot afspraken te komen.
Ga sowieso nooit met je hele ploeg op gesprek. Beperk je delegatie tot 3 personen of hanteer de regel 1 op 1. Zorg dat wat je zegt, juist is en bied politici af en toe informatie waar ze mee kunnen scoren. Ga ook altijd uit van het principe dat vertrouwelijke informatie vertrouwelijk blijft. Investeer ook in ‘young potentials’ in het parlement, op lange termijn kan dat zijn vruchten afwerpen.
Training ‘Lobbyen’
Op donderdag 14 juni organiseert Socius opnieuw een training ‘Lobbyen’. De begeleiding van de training is deze keer in handen van expert Erik van Venetië. Hij adviseert en traint bedrijven, overheden en organisaties op het gebied van lobby en public affairs. Hij is gastdocent in de Leergang public affairs van de Universiteit Leiden – Campus Den Haag. En doet ook onderzoek naar nieuwe lobby-ontwikkelingen. Samen met Jaap Luikenaar schreef hij Het Grote Lobbyboek.
Meer info en een inschrijvingsformulier vind je in de agenda op de Socius-site.