
Drie strategieën
Levenslang en levensbreed leren verwijst naar alle vormen van leren waarbij personen en groepen, kennis en vaardigheden verwerven en attitudes aanleren die hen toelaten om hun sociale, culturele en professionele taken in onze snel veranderende samenleving zinvol op te nemen.
Levenslang en levensbreed leren is niet enkel gericht op aanpassing maar streeft er ook naar dat individuen en groepen zich kritisch en verantwoordelijk opstellen ten opzichte van de samenleving.
Ten slotte moeten mensen ook zin en betekenis leren geven aan hun dagelijkse leefwereld, hun identiteit in relatie met anderen uitbouwen en vanuit die betekenisverlening en identiteit de samenleving mee vormgeven.
In deze omschrijving zitten ook de drie strategieën vervat die sociaal-cultureel werkers inzetten bij hun educatieve interventies: het ingroeiend leren, het bevrijdend leren en het betekend leren.
Alle levensdomeinen
Levenslang leren betekent dat leren in al zijn verscheidenheid niet stopt na de schoolbanken en dat mensen zelfs na hun beroepsleven verder moeten kunnen leren met het oog op hun sociale en culturele participatie in de samenleving, hun individuele betekenisverlening en hun maatschappelijke weerbaarheid. Levenslang leren ontdaan van zijn exclusief economische finaliteit is dus echt levenslang en veronderstelt dus ook een educatief aanbod voor ouderen en bevolkingsgroepen die – om welke reden ook – niet actief zijn op de arbeidsmarkt.
Het levensbrede leren benadrukt nogmaals dat de finaliteit van het leren niet beperkt mag blijven tot de economische sfeer maar dat persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke participatie even belangrijke doelstellingen van het leren zijn. Levensbreed leren verwijst naar het feit dat leren plaats grijpt in alle levensdomeinen (gezin, arbeid, gemeenschap, buurt, vriendenkring, vrijetijdsbesteding).
Dit sluit naadloos aan bij de sociaal-culturele methodiek die vraagt dat het sociaal-cultureel volwassenenwerk in zijn aanbod en interventies aandacht heeft voor alle levensdomeinen waarin mensen zich dagelijks bewegen. Het levensbreed leren wordt ook gekenmerkt door een ruime diversiteit van thema’s met een persoonlijke en maatschappelijke relevantie: relaties, gezondheid, de verhouding gezin en arbeid, duurzaamheid, zingeving, enz.
Hieruit kunnen we besluiten dat het sociaal-cultureel volwassenenwerk vanuit zijn ontstaansgeschiedenis, vanuit de decretale opdrachten van de sector, door de aard van de interventies, de bereikte doelgroepen en het thematisch aanbod een belangrijke en onvervangbare actor is in een complementair en samenhangend beleid met betrekking tot het levenslang en levensbreed leren.