
De Barometer is een compilatie van meerdere gegevens. Het gaat om de jaarlijkse enquête van het onderzoeksbureau Ipsos Public Affairs op vraag van de Koning Boudewijnstichting.
Ook dit jaar contacteerden de onderzoekers 700 directeurs van organisaties in België. De bevraging gebeurde tussen 1 oktober en 16 november 2015. Eén derde van de deelnemende verenigingen behoort tot de sector ‘sociaal welzijn’, 24% situeert zich in de gezondheidssector, 19% behoort tot de culturele wereld, 14% van de organisaties is actief in de ontwikkelingssamenwerking en 11% behoort tot de milieusector.
Belangrijkste resultaten
38% van de verenigingen zag in de voorbije 12 maanden de permanente (structurele) subsidies van de overheid afnemen. In Vlaanderen bedroeg dit percentage zelfs 47%. In Wallonië stelde 30% van de organisaties een daling van deze structurele financiering vast. In 2014 was die daling het geval voor 18% van de ondervraagde organisaties.
Per sector bekeken doet de daling van de permanente subsidies zich vooral voor bij milieuorganisaties en de culturele wereld .
De daling van de structurele subsidies ligt tussen 1% en 10% voor de overgrote meerderheid van de verenigingen (77%).
De structurele subsidies worden via de kaasschaafmethode aangepakt, wat betekend dat er jaarlijks enkele procenten subsidies worden weggesneden.
“Dat heeft als voordeel dat de last verspreid wordt over iedereen, in ongeveer dezelfde mate. Het heeft ook als voordeel dat er geen echte hakbijl moet ingezet worden in de ene of de andere sector, en dat men dus geen keuze voor de ene of de andere sector moet maken. Het nadeel? Soms is tien procent minder al genoeg om werkingen volledig stil te leggen.” – Paul Stessens, Directeur Kringwinkel Hageland
Overheidsfinanciering gebeurt nu veel vaker via projectsubsidie. Dat heeft meerdere gevolgen:
- verenigingen moeten meer in projecten denken
- het korte termijn-denken wordt zo in de hand gewerkt
- aanwervingen gebeuren op projectbasis
Verenigingen hebben het gevoel dat de overheid projectsubsidies gebruikt om de eigen maatschappelijke doelstellingen door hen te laten realiseren.
“Overheden zijn steeds meer geneigd om voor hun eigen specifieke doelstellingen projectsubsidies uit te schrijven, organisaties met elkaar te laten concurreren om op de goedkoopste manier het beste resultaat te behalen. Men denkt dus heel vaak op korte termijn, wat veel minder ruimte geeft dan vormen van innovatie die sowieso nogal wat gebeuren in het maatschappelijk binnenveld.” – Dirk Verbist, bestuurder Verenigde Verenigingen
Sinds 2012 is het aandeel van de overheidssubsidies in de totale inkomsten van de verenigingen afgenomen. In 2012 bedroeg het aandeel overheidssubsidies in het totale inkomen 57%. In 2015 was dit aandeel gedaald tot 48%.
In 2015 sloegen de verenigingen meer dan ooit een nieuwe richting in en deden ze meer beroep op private instellingen en bedrijven voor financiering. Dat heeft tot gevolg dat ze:
- aantrekkelijker moeten worden voor de private sector
- hun maatschappelijke impact moeten aantonen
- ze resultaatsverbintenissen moeten aangaan
- professioneler moeten worden en methodes uit de privé moeten toepassen
De ondervraagde organisaties ervaren de economische situatie van de sector als minder goed. 70% zag vorig jaar een verslechtering van de economische situatie tegenover 59% het jaar voordien.
Wat de toekomst betreft lijkt het vertrouwen langzaamaan terug te keren. De verenigingen verwachten weliswaar nog moeilijke jaren, maar ze vertrouwen erop dat de sector zich zal aanpassen, en zelfs heruitvinden.
In afwachting zal 2016 minder achteruitgang brengen. In 2014 verwachtte nog 67% van de bevraagden een verslechtering van de toestand. Dat percentage is gedaald tot 58%.
De komende maanden zouden we dus een dalende tendens moeten zien van het aantal verenigingen dat te maken krijgt met een verslechtering van haar economische situatie.
Meer informatie op de website van de Koning Boudewijnstichting.