
Hoe kunnen sociaal-culturele initiatieven hefbomen zijn in de strijd tegen armoede? En wat heeft Vincent van Gogh daarmee te maken?
Geschiedenis van de Borinage
De Borinage, een streek in de Waalse provincie Henegouwen ten zuidwesten van Bergen, staat bekend om zijn steenkoolindustrie. Tussen 1878 en 1880, net voor hij koos voor een kunstenaarsbestaan, verbleef Vincent van Gogh daar als protestants predikant. In brieven aan zijn broer Theo beschrijft hij het hard labeur in de mijnen en het zware leven van de mijnwerkers en hun gezinnen.
Een dikke vijftig jaar later legden de mijnwerkers als gevolg van toenemende arbeidsongevallen en loonsverlagingen het werk stil. De grote staking van 1932 werd gebroken, er volgden represailles. Henri Storck en Joris Ivens maakten er “Misère au Borinage”, een van de eerste klassiekers onder de sociale documentaires. Clandestien draaiden ze scènes waarin arbeiders confrontaties met de politie, uitdrijvingen en marsen heropvoerden. De film toont de harde maatschappelijke tegenstellingen tussen kapitaal en arbeid, kerk en volk. Door de kracht van zijn boodschap bleef de film lange tijd verboden in België en Nederland.
Ondertussen
Zeventig jaar later, in 1999 – nog geen twintig jaar geleden – maakt de toen nog jonge Belgische filmmaker, Jean Patric, de “De kinderen van de Borinage”. Hij gaat op zoek naar zijn eigen Borinage-wortels en treft er een streek aan die er zo mogelijk nog slechter aan toe is dan in de tijd van Vincent Van Gogh en Henri Storck. Sinds de sluiting van de mijnen in de jaren ’70 is de werkloosheid enorm toegenomen. Een groot deel van de bevolking leeft er in deplorabele omstandigheden, zonder enig uitzicht op verbetering en zonder de vechtlust van vroeger. Jean Patric filmt er de sociale ellende: verdwenen mijnen, armoede, krotwoningen. De families waarmee hij in contact komt vertrouwen hem hun ellende toe, hun berusting, hun woede soms.
De hoop op een beter leven bestaat niet omdat ze hebben aanvaard dat ze nutteloos, onbekwaam en zelfs schadelijk zijn
Doorheen hun getuigenissen loopt een rode draad: honger, ziekte, de afwezigheid van sociale diensten, de quasi stelselmatige plaatsing van kinderen in centra voor gehandicapten. Sommige gezinnen hebben sinds drie generaties geen werk meer. “Ze leven als in een sociale goot”, zegt de cineast. De hoop op een beter leven bestaat niet omdat ze hebben aanvaard dat ze nutteloos, onbekwaam en zelfs schadelijk zijn. Of hoe een streek die ooit de basis legde van onze industriële welvaartsstaat, nu haar toegangsticket tot de welvaartsstaat erg duur moet betalen. Jean Patric brengt de notie “de cultuur van het zwijgen” volgens Pablo Freire wel heel erg concreet in beeld.
Donderdag 30 augustus 2018, alweer nog geen twintig jaar later, maken een twintigtal sociaal-cultureel werkers een wandeling doorheen de Borinage. Filip Depuydt is hun zeer gedreven gids en leidt hen langsheen het spoor van Vincent Van Gogh. De wandeling brengt hen op specifieke plaatsen waar ze aan de hand van de brieven van Van Gogh een tastbaar beeld krijgen van armoede en uitsluiting. De indruk ontstaat dat er sinds Van Gogh, Storck en Patrick nog niet gek veel veranderd is. Zo voert de wandeling hen door wijken waar gezinnen wonen die ondertussen al vier generaties werkloosheid kennen.
Sociaal-culturele hefbomen
Tegelijkertijd maken de sociaal-cultureel werkers tijdens de wandeling kennis met tal van beloftevolle sociaal-culturele initiatieven, om te beginnen de Van Gogh-wandeling zelf. Maar ze ontdekken nog veel meer. Zoals de inspanningen om de oude steenkoolmijn Marcasse als industrieel erfgoed te herwaarderen. Het cultureel centrum van Colfontaine die een oude traditie terug van onder het stof haalt. Voortaan vieren ze in de Borinage, geheel in hun eigen stijl, opnieuw la fête de l’Alion.
De dynamiek laat een aantal bewoners toe om terug fier te zijn over hun streek en hun verleden.
Deze maar ook nog kleinere, minder opvallende of meer sociaal gerichte initiatieven, zoals de activiteiten van een protestantse kerk, het oprichten van volkstuintjes en het brouwen van Van Gogh Bier, brengen een positieve dynamiek in de Boringe. Die dynamiek laat een aantal bewoners toe om terug fier te zijn over hun streek en hun verleden. Die dynamiek zet aan tot initiatief uitgaand van de eigen mogelijkheden en competenties van de bewoners, daarbij soms ook mensen in armoede. Zij maken de verandering mee als actieve burgers. Met vallen en opstaan. Niet alle initiatieven lukken, niet alle ideeën die uit de dynamiek voortspruiten leiden tot succes. Maar op de wandeling kan je de positieve “vibe” ontegensprekelijk voelen.
Vorming sociaal-cultureel werk en armoedebestrijding
Tijdens de vorming van 30 augustus 2018 onderzoek je hoe deze sociaal-culturele initiatieven hefbomen kunnen zijn in strijd tegen armoede. Anders dan de overwegende sociaaleconomische hefbomen zijn de initiatieven niet gericht op arbeid en activering of op het aanpassen van mensen in armoede aan de heersende sociale orde. Nee, enkele van die initiatieven blijven ver weg van het individueel schuldmodel waarbij mensen in armoede hun tekortkomingen onder ogen moeten zien en daaraan moeten werken. Deze initiatieven komen voort uit een voortdurende zoektocht naar werkbare verbanden tussen de stroom van herwaarderen van de streek enerzijds en eigen initiatieven van bewoners anderzijds. In sociaal-culturele praktijktheorieën spreken we dan over maatschappelijk innoveren en over mensen in armoede als subject van verandering.
Niet alle initiatieven lukken, niet alle ideeën die uit de dynamiek voortspruiten leiden tot succes. Maar op de wandeling kan je de positieve “vibe” ontegensprekelijk voelen.
Wil je samen met een twintigtal collega’s uit het sociaal-cultureel werkveld in het spoor van Van Gogh op zoek gaan naar sociaal-culturele hefbomen in strijd tegen armoede in de Borinage? Schrijf je dan in voor de studiedag via de website van Socius. Na de Van Gogh-wandeling onderzoek je in groep hoe en of zo’n hefbomen ook in je eigen praktijken en omgeving kunnen werken.