
Al in 2010 introduceerde Europa het Europees semester. Deze jaarlijkse cyclus start in november nadat de Europese Commissie klaar is met haar formulering van de beleidsprioriteiten voor het komende jaar.
Meer sociale accenten
Het Europees semester is in feite een instrument dat lidstaten van de EU de mogelijkheid geeft om hun economisch beleid gedurende het jaar te coördineren én economische uitdagingen te formuleren. Wat opvalt is dat dit instrument de voorbije jaren meer sociale accenten kreeg. Zo worden naast een dominante economische analyse nu ook topics zoals sociale inclusie van mensen uit kansarme groepen, gezondheidsvoorzieningen en de mate van sociale dialoog in een land in de analyse opgenomen.
Landrapporten en ‘landspecifieke aanbevelingen’
Wat je vooral moet onthouden, is dat het Europees semester tot landrapporten en specifieke aanbevelingen van Europa leidt. Hoe zo’n analyse in z’n werk gaat? De verantwoordelijken voor het Europees semester in elke lidstaat verzamelen relevante gegevens en contacteren de stakeholders. Het is dan aan de Europese Commissie om deze data samen te brengen en te analyseren. Op die manier krijgt de commissie een onderbouwd beeld van de economische en sociale vooruitgang in de verschillende lidstaten.
Op basis van die analyse publiceert de Europese Commissie de landrapporten van de lidstaten in februari en maart. Na overleg met de lidstaten doet de commissie in de periode van mei tot en met juli ‘landspecifieke aanbevelingen’ die advies geven rond structurele hervormingen. Ook bekijkt de commissie of de verschillende lidstaten de aanbevelingen uit de vorige periode hebben uitgevoerd. Dan is het de beurt aan de lidstaten om hun nationaal hervormingsprogramma bekend te maken. In de daaropvolgende periode worden de aanbevelingen geïntegreerd in deze programma’s. De resultaten van de landenrapporten vormen ook de input voor Europese subsidielijnen zoals het ESF.
En in België?
Wil je graag het landenrapport van België en de specifieke beleidsaanbevelingen vanuit Europa inkijken? Ga dan naar ec.europa.eu. Van pagina 28 tot 32 vind je meer informatie over armoede, integratiemaatregelen voor nieuwkomers van buiten de EU, sociale zekerheid en toegang tot de gezondheidszorg, gender en onderwijs, de lage deelname aan het levenslang leren, de positie van leerlingen met een migratieachtergrond in het onderwijs, enzovoort. Wat opvalt, is dat onze landspecifieke aanbevelingen hoofdzakelijk economisch van aard blijven. Enkel in aanbevelingen 16 en 19 zit een sociale bekommernis verscholen.